Een  overzicht van de eerste bewoners, de familie de Cocq van Hemert,  die in deze periode  het kasteel Nederhemert bewoonde.

Familie de Cocq van Hemert

De stamvader van het geslacht de Cock is Rudolph I de Cock (Raoul de Châtillon 1210-1280)  Hij stamt uit het Huis Châtillon sur Marne (Châtillon-sur-Marne, Champagne-Ardenne, Frankrijk), een rijk en voornaam geslacht dat geparenteerd is aan vele vorstenhuizen.

Châtillon-sur-Marne is een klein dorpje in de Champagne nabij Reims

Renaud II de Chatillon, echtgenote van: NN de Coucy, hun kind: Rudolf I de Cocq van Chatillon.

Rudolf I de Cocq van Chatillon; echtgenote van Agnes van Cuijk en Aleid van Ochten, hun kindren: Hendrik de Cocq; Rudolf II de Cock van Weerdenburg en Gijsbert de Cock van Hemert.

Rudolf I de Cocq van Chatillon kwam met enige andere edelen in opstand tegen Lodewijk IX  de Franse koning en vroeg in de morgen versloeg hij diens koninklijke troepen.

Le Coq à chanté de bon matin – de haan heeft vroeg gekraaid, zei Lodewijk IX nadat hij van de aanval vernam. Raoul / Rudolf bleef sindsdien deze naam Cock ook wel Cocq voeren. Rudolf was in Frankrijk niet meer veilig en onder druk van de Franse koning week hij uit naar zijn nicht, Philippina van Dammartin, die met zijn neef graaf Otto II van Gelre was gehuwd. Hij week uit naar het door hem geërfde kasteel te Rhenoy,  Rudolf bezat veel goederen in het gebied tussen de Lek en de Linge en tussen Beesd en Leerdam, gelegen in de Tielerwaard, waaronder  deze burcht te Rhenoy. De bezittingen had hij uit een erfenis verkregen afkomstig van zijn bet-overgrootmoeder Jolante van Gelre, regentes van Henegouwen. Met zijn neef Otto II de Graaf van Gelre komt hij overeen goederen te ruilen. Hij draagt zijn burcht te Rhenoy, over in ruil voor de heerlijkheden Hiern, Neerijnen en Opijnen. Hij krijgt daarbij toestemming om een kasteel te bouwen. Dit wordt het Kasteel Waardenburg.

Hij was de eerste van zijn geslacht die de naam “de Châtillon” wegliet en zich alleen de Cock liet noemen. Rudolf de Cocq trouwde eerst met Aleida van Ochten en in ca. 1240 met Agnes van Cuyk  geb. ca. 1224. Zij was de dochter van Hendrik III van Cuijk de naam van zijn vrouw is niet bekend, zij kregen vier zonen :

• Rudolf II de Cock van Weerdenburg (1242–1316)
• Hendrik de Cock (ca. 1244–1312)
• Gijselbert de Cock (ca. 1247-)
• Willem de Cock (ca. 1249-)

. 

Onderstaande familie van Hemert is opgenomen in de stamboom van Marcel Vos en zijn op de volgende pagina’s als bewoners van kasteel Nederhemert verder uitgewerkt:

Gijsberth de Cocq van Hemert (ca 1232- 1274 )

Johan de Cocq van Hemert (1260-1346)

 Arnoldus van Hemert (1285-ca 1350)

Peter van Hemert (1310-1369)

Johan van Hemert (1332- ? )

Johan van Hemert (1353-1425)

Gijsbert van Hemert (1382-1458)

Johan van Hemert (1407-?)

Joost van Hemert (1452-1497)

 Hedwig van Hemert (1495-1545)

N.b. tussen Gijsbert de Cocq van Hemert en Peter van Hemert  de periode  van 1250 tot 1361  is veel onduidelijkheid wie toen   het kasteel bewoonde ,  onderstaande  citaten uit de archieven  zouden ook weleens tot de mogelijkheid kunnen  behoren:

1. 1294, IJsbrand van Hemert wordt “Heer van Hemert” genoemd en is duidelijk eigenaar van de heerlijkheid Hemert. Hij heeft een dochter Ida.

2. 1310, Johan van Hemert wordt op 27 juli 1310 genoemd als eigenaar van de ‘burgh te Hemert’ wanneer hij zijnen burg te Hemert, met den voorburg en verder toebehoren, aan Reinald graaf van Gelre opdraagt.

3. 1318, Ida van Hemert trouwt in 1318 met Willem de Cock.

4. 1318, Willem de Cock van Hemert of gewoon Willem van Hemert. Getrouwd met Ida van Hemert en bouwer van het kasteel in Nederhemert.

5. 1332, Arnold van Hemert draagt het kasteel in 1332 op aan de Hertog van Gelre.